-
1 daar zijn het kinderen voor
daar zijn het kinderen voor————————Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > daar zijn het kinderen voor
-
2 daar
daar1〈 bijwoord〉1 [ginds] (over) there2 [om de aandacht op iets/iemand te vestigen] (just/over/right) there3 [er] there♦voorbeelden:1 daar moet je wezen • that's the place to be/where you want to be/where it's happeningzie je dat huis daar • (do you) see that house (over there)?tot daar • up to therevan daar • from there2 wel, wel, wie hebben we daar! Meneer Smit! • well, well, if it isn't Mr Smith!wie is daar? • who is it/there?het uur is daar • the time has comeik zal me daar gek zijn! • I'm not that daft!dat is (nog) tot daar aan toe • that is one thing (but … is quite another)hij werkt snel, daar niet van • he does work quickly, admittedlydaar zijn het kinderen voor • that's children for you————————daar2〈 voegwoord〉1 as, because ⇒ since♦voorbeelden:1 daar hij verhinderd was, heeft hij afgezegd • as/since he was unable to come, he cancelled the appointment -
3 daarvoor
2 [voor die tijd] before (that)3 [voor/ten behoeve van die zaak] for that (purpose)5 [wegens, vanwege] that's why♦voorbeelden:2 de week daarvoor • the week before (that), the previous weekdaar zijn het kinderen voor • that's children for you -
4 zitten
1 [gezeten zijn] sit2 [zich met een doel ergens bevinden] sit3 [een functie bekleden] be4 [geruime tijd ergens vertoeven; verblijven] be5 [wonen] live6 [zich bevinden in de genoemde toestand] be7 [met betrekking tot een volharden in, gelaten worden op een plaats, in een toestand] 〈 zie voorbeelden〉8 [met betrekking tot zaken, zich bevinden, bevestigd zijn] be9 [met betrekking tot kleding] fit10 [gevuld, bedekt zijn met] be12 [met onbepaalde wijs] [bezig zijn met] be (… -ing), sit (… -ing)♦voorbeelden:1 blijf zitten • stay sitting (down), remain seatedgaan zitten • sit down, take a seat〈 figuurlijk〉 er eens voor gaan zitten • 〈 ter hand nemen〉 get (right) down to something/business; 〈 omstandig gaan vertellen〉 launch into one's storyzit je goed/lekker? • are you comfortable?aan de koffie zitten • be having coffeebij welke groep zit jij? • which group are you in?Jones zit in een vergadering • Jones is at a meeting3 in het bestuur zitten • be/serve on the boardop een kantoor zitten • be/work in an officewaar zit hij toch? • where can he be?nog in de kleine kinderen zitten • still have young children (on one's hands)hij zit in de amusementswereld/olie-industrie • he is in entertainment/oilwij zitten nog midden in de examens • we are still in the middle of the examsmet een gebroken been zitten • have a broken legop zware lasten zitten • have heavy expenseszonder werk/benzine zitten • be out of work/petrol(bijna) zonder geld zitten • have run short of moneyhij zit erover in dat hij zijn auto moet verkopen • he's upset about having to sell his car7 〈 figuurlijk〉 die weduwe bleef met twee kinderen zitten • that widow was left with two children (on her hands)op school blijven zitten • stay down a classer is iets tussen mijn tanden blijven zitten • something has (got) stuck between my teeth〈 figuurlijk〉 hij liet het er niet bij zitten • 〈 niet over zijn kant laten gaan〉 he didn't take it lying down; 〈 erover blijven zeuren〉 he wouldn't leave it alonedaar zitten we dan! • now we're in a messmet een probleem zitten • have a problemhoe zit het (dan) met …? • what about … (then)?het blijft niet zitten • it won't stay putlaat maar zitten • keep the changedat zit • that will holdhoe zit dat in elkaar? • how does it (all) fit together?; 〈 figuurlijk ook〉 how does that work?〈 figuurlijk〉 hem hebben zitten • 〈 uit zijn humeur zijn〉 be in a bad mood; 〈 dronken zijn〉 have had (a drop) too much〈 figuurlijk〉 daar zit het 'm in • that makes all the difference; 〈 daar gaat het juist om〉 that's the whole point〈 figuurlijk〉 er zit iets achter • 〈 ook〉 there's more to it (than meets the eye); 〈 verborgen moeilijkheid〉 there must be a catch to it〈 figuurlijk〉 er zat niets anders op dan toe te geven • there was nothing (else) for it but to give in〈 figuurlijk〉 wat zit er anders op? • what else is there to do?het zit los/scheef • it is loose/crooked〈 figuurlijk〉 alles zit hem mee/tegen • everything is going his way/against himzit het goed vast? • is it well secured?〈 figuurlijk〉 waar zit het hem in? • 〈 wat is de moeilijkheid〉 what's the problem?; 〈 oorzaak〉 what caused/what's causing it?in sla zit vitamine C • lettuce contains vitamin Cer zit onweer in de lucht • a thunderstorm is brewingheb jij geld in zijn zaak zitten? • have you got money in his business?er zit een vlek op je jurk • there is a stain on your dress〈 figuurlijk〉 〈 met een gebaar naar de keel〉 het zit me tot hier • I'm fed up (to the back teeth) with it〈 figuurlijk〉 hoe zit dat? gaan we of blijven we thuis? • what about it now? are we going or are we staying at home?die roman/film zit uitstekend in elkaar • that novel/film is beautifully constructed〈 figuurlijk〉 weet jij, hoe de zaak precies in elkaar zit? • do you know all the ins and outs of the matter?ergens vol mee zitten • be full of somethingonder de modder/luizen/schulden zitten • be covered with mud/lice, be (up to one's ears) in debt12 we zitten te eten • we are having dinner/lunchze zit daar maar te piekeren • she just sits there broodinghij zit te springen om naar huis te gaan • he can't wait to go homein zijn eentje zitten zingen/drinken • sit singing to oneself, be a lone drinkerzitten te zitten • hang/sit aroundhet zit er aan te komen • it's on its wayop tekenles zitten • be taking drawing lessonsop water en brood zitten • be (kept) on bread and waterwegens diefstal zitten • do time for thefthij zit overal aan • he cannot leave anything aloneachter de meisjes aan zitten • chase ((around) after) girlsdaar zit een vrouw achter • there is a woman involvedde zomer zit er weer op • the summer's over againmijn taak zit er weer op • that's my job out of the wayhet zit erop • that's that (done)wie heeft er aan mijn recorder gezeten? • who has been at/ 〈 ernstiger〉tampering with my cassette-player?〈 figuurlijk〉 achter iemand/iets aan zitten • pursue someone/something; 〈 proberen relatie aan te knopen〉 be after someone; 〈 volgen〉 follow someoneer zit een actrice in haar • she has the makings of an actress (in her)ze zit goed in de kleren • she is well off for clothesdeze auto zit al gauw op 120 km • this car does 120 km fairly easily -
5 recht
recht1〈 het〉2 [rechtsregels; rechtsgeleerdheid] law3 [rechtspraak] justice4 [proces] court5 [bevoegdheid, voorrecht] right6 [meervoud] [bevoegdheden behorend bij een stand/positie] rights8 [meervoud] [bevoegdheid tot reproductie van een boek/film enz.] (copy)right(s)9 [belasting] duty♦voorbeelden:recht doen aan iets • do justice to something〈 figuurlijk〉 iemand/iets geen recht doen • be unfair to someone/somethinghet recht handhaven • uphold the lawhet recht met voeten treden • trample justice underfootin zijn recht zijn/staan • be within one's rightsje kan je met recht afvragen wat … • you may well wonder what …met recht razend zijn • have good reason to be furiousagrarisch/fiscaal/militair recht • agrarian/fiscal/military lawburgerlijk recht • civil lawhet geschreven recht • written/statute lawhet ongeschreven recht • unwritten/common lawpubliek en privaat recht • public and private lawRomeins recht • Roman lawhet recht in eigen handen nemen • take the law into one's own handsrechten studeren • read/study lawmeester in de rechten • Master of Lawskrachtens recht en gewoonte • by right and customkrachtens/volgens Engels recht • under English lawnaar Nederlands recht • according to Dutch lawrecht doen in een zaak • decide on a caserecht vorderen/zoeken • demand/seek justice4 in rechte iets afdwingen/eisen/vorderen • enforce/demand something in a court of lawhet recht van de sterkste • the law of the jungleaangeboren en verworven rechten • birthrights and acquired rightsdat is mijn goed recht • that is my righthet volste recht hebben om … • have every right to …zijn graad geeft hem het recht om … • his degree qualifies him to …het recht hebben om zijn kinderen te zien • have access to one's childrenniet het recht hebben iets te doen • have no right to do somethingiemand het recht ontzeggen om … • deny someone the right to …evenveel recht van spreken hebben als de rest • have an equal voice with the restgeen recht van spreken hebben • have no right to speakdoor dat te doen had hij geen recht van spreken meer • by doing that he put himself out of courtiedereen heeft het recht om … • everyone has the right to …op zijn recht(en) staan • insist on one's right(s)〈 figuurlijk〉 zijn kwaliteiten komen daar veel beter tot hun recht • he can make far better use of his talents there〈 figuurlijk〉 iemand/iets (niet) tot zijn recht laten komen • do (no) justice to someone/somethingvoor zijn recht(en) opkomen • defend one's right(s)de rechten van de vrouw • women's rightsburgerlijke/politieke rechten • civil/political rightsde oudste rechten hebben • have first claimgeen recht hebben op • have no right/claim tozijn rechten laten gelden • exercise one's rightsrecht hebben/geven op iets • have/give the right to somethingalle rechten voorbehouden • all rights reservedvrij van rechten • free of duties————————recht21 [niet gebogen/bochtig; niet scheef/schuin] straight2 [rechtop] straight (up), upright3 [normaal] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 right 〈 kant van stof〉; direct 〈 evenredigheid〉; 〈 bijwoord〉 directly 〈 evenredig〉♦voorbeelden:op het laatste rechte stuk • on the home straightje bord moet je wel recht houden • you must keep your plate straightde auto kwam recht op ons af • the car was coming straight at usiets recht leggen • put something straightrecht op iemand/iets afgaan • go straight for someone/somethingiets recht snijden • cut something (off) straightrecht omhoog/omlaag • straight up/downiemand recht in de ogen kijken • look someone straight in the eyerecht op zijn doel afgaan • go straight for one's goalrecht van lijf en leden • straight-limbedrecht voor zich uitkijken • look/stare straight aheadrecht op zijn benen staan • stand up straightrecht zitten/staan • sit/stand up straightrecht overeind • straight up, bolt uprightrecht evenredig zijn met • be directly proportional to〈 breien〉 eerst drie averecht, dan drie recht • first three purl, then three plainhet rechte van iets weten • know the ins and outs of somethingII 〈 bijwoord〉1 [formeel] [echt] really2 [precies] straight♦voorbeelden:2 hangt/zit mijn jurk recht? • is my dress straight?ze reden recht op elkaar in • they collided head-onhij woont recht tegenover mij • he lives straight across from merecht tegenover elkaar • face-to-face -
6 passen
1 [nauwkeurig sluiten] fit5 [schikken] suit6 [+ op] [letten (op), (ervoor) waken] look after, take care of7 [kaartspel] pass♦voorbeelden:ik moest wel vier keer komen passen • I had to go for four fittingshet past precies • it fits like a glovedeze broek past je slecht • these trousers are a bad fitdeze sleutel past op de meeste sloten • this key fits most locksik zoek iets dat hierbij past • I'm looking for something to go with/match thisdie tas past niet bij die jas • that bag doesn't go with that coatze passen goed/slecht bij elkaar • they are well/ill-matchedbij het geheel passen • fit into the picturedat past bij zijn stijl • that's just his styledie kast zou goed in mijn keuken passen • that cupboard would go well in my kitchenhet past niet in mijn plannen • it doesn't suit my planshet past je slecht/niet dit te doen • it ill befits you to do thisop de winkel passen • look after/mind the shoper goed op passen, goed op iets passen • take good care of, keep an eye onpas op het afstapje/je hoofd • watch/mind the step/your headze zijn oud en wijs genoeg om op zichzelf te kunnen passen • they are old enough to take care of themselvesik pas! • pass!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [nauwkeurig meten] fit2 [precies genoeg betalen] pay with the exact money3 [juist plaatsen] fit4 [kijken of het goed zit] try on♦voorbeelden:met wat passen en meten komen we wel rond • with some juggling we'll managehebt u het niet gepast? • haven't you got the exact change/money?3 iets in/aan elkaar passen • fit in/together -
7 al
al1〈 bijwoord〉2 [versterking] all♦voorbeelden:al enige tijd, al vanaf juli • for some time past/now, (ever) since Julyik ben al een uur aan het roepen • I've been calling for the last hourdat is al oud • that's (already) olddat dacht ik al • I thought sois zij er nu al? • 〈 met klemtoon op nu〉 is she here already?is het nu al vier uur? • is it four (o'clock) already?is Jan er al? • is John here yet?ik heb het altijd al geweten • I've known it all alonghoe lang is hij al hier? • how long has he been here?dat wist zij toen al • she knew it even thenal in '82, al voor '82 • as early as '82, even before '82daar heb je het al • there you arezijn komst is al genoeg • just his coming is good enoughal te snel/spoedig/voorzichtig 〈enz.〉 • (far/all) too fast/soon/careful 〈enz.〉ze weten het maar al te goed • they know only too wellhij had het toch al moeilijk • he had enough problems as it wasik zie het hem al doen • I can (just) see him (doing it) now!je kunt ze al krijgen voor een tientje • you can buy them for as little as ten guildershij sprak al lachend • he laughed as he spokezij kwamen al nader en nader • they kept coming closer and closer (all the time)je kunt er al of niet gebruik van maken • you can take it or leave ithet al of niet slagen van … • the success or otherwise of …al naar gelang • depending onze zei heel weinig, als ze al wat zei • she said very little, if anythingdat lijkt er al meer op, dat is al beter • that's more like it————————al22 [met betrekking tot elk deel van een verzameling] all (of)♦voorbeelden:hij was één en al oor • he was all earshet was één en al ellende op tv gisteren • there was nothing but misery on TV yesterdayal met al • all in all————————al3♦voorbeelden:al de kinderen • all (of) the children————————al4〈 voegwoord〉1 though, although ⇒ even though/if♦voorbeelden:1 al ben ik arm, ik ben gelukkig • I may be poor, but I'm happyal zeg ik het zelf • even though I say so myselfhet is duidelijk, al is het moeilijk • it is clear, if difficultal was het alleen maar omdat • if only becauseook al is het erg • bad as it is/may beik deed het niet, al kreeg ik een miljoen • I wouldn't do it for a million pounds -
8 groot
4 [de genoemde afmeting hebbend] in size5 [uitgebreid] great6 [belangrijk] great7 [intens] great8 [uitmuntend] great♦voorbeelden:een veel te grote jas • a jacket which is much too big/largeeen tamelijk grote kamer • quite a big/large roomde kans is groot dat … • there's a good chance that …de kans is niet groot dat … • there's not much of a chance that …een zo groot mogelijk stuk • as big/large a piece as possibledat is de grootst mogelijke onzin • that is utter/absolute nonsensegroter gaan wonen • move (in)to a bigger houseop één na de grootste • the next to largest2 wat ben jij groot geworden! • how you've grown!hij wordt groter dan zijn vader • he's going to be taller than his fatherde grootste van de twee • the bigger of the twode grootste van de drie • the biggest of the threehij is 5 cm groter dan zij • he is 5 cm taller than she isde grote mensen • the grown-upsvoor groot en klein • for young and oldals ik groot ben, word ik popzanger • I'm going to be a pop singer when I grow updaar ben je te groot voor • you're too big for that (sort of thing)het tekort is tien miljoen groot • the size of the deficit is ten million(s)〈 informeel〉 hoe groot is de schade? • what is the extent of the damage?; 〈 informeel〉 what's the damage?twee keer zo groot als deze kamer • twice as big as this roomeen grote hoeveelheid geld • a large amount of moneyGroot Londen • Greater Londoneen steeds groter aantal • _an increasing/a growing numberhij doet alles in het groot • he does everything on a big/large scalein het groot inkopen/verkopen • buy/sell in bulk6 een grote weg • a major/main road, a highwaytot mijn grote verrassing/spijt • 〈 ook〉 much to my surprise/regretdaar ben ik een groot voorstander van • I'm all in favour of it¶ zich groot houden • keep a stiff upper lip, keep up appearancesII 〈 bijwoord〉1 [op grote wijze] 〈zie voorbeelden 1〉♦voorbeelden:1 je hebt groot gelijk! • you are quite/perfectly right! -
9 beleven
2 [lang genoeg leven om iets mee te maken] live to see3 [leven in] live in♦voorbeelden:plezier beleven aan • enjoyhier valt niets te beleven • there's nothing doing (a)round herenu zul je eens iets beleven! • now you'll see something!, watch this!wat zullen we nu beleven? • what's this supposed to mean?, what do you think you're doing?in Amsterdam, daar valt wat te beleven • Amsterdam, that's where the action iser is daar voor de kinderen van alles te beleven • it's a great place to take the kids2 zijn tachtigste verjaardag beleven • live to see one's eightieth birthday, live to be eightydat ik dit nog mag beleven • that I should live to see this!we zullen het nog beleven dat … • next thing, …, before we know it, …
См. также в других словарях:
Kinderen voor Kinderen — Infobox musical artist Name = Kinderen voor Kinderen Landscape = Yes Background = group or band Origin = flagicon|Netherlands Hilversum, Netherlands Instrument = ca. 30 voices Genre = pop, rock, hiphop, techno, Broadway Occupation =… … Wikipedia
Mann — 1. A blind man may perchance hit the mark. – Tauben und Hühner Zeitung (Berlin 1862), Nr. 6, S. 46. 2. A Mann a Wort oder a Hundsfott. (Ulm.) 3. A Mann wie a Maus ün a Weib wie a Haus is noch nit gleich. (Jüd. deutsch. Warschau.) Will sagen, dass … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Kind — 1. Ach, dass ich meine armen Kinder so geschlagen, klagte der Bauer, und sie waren des Pfaffen. – Eiselein, 375. 2. Alle Kinder werden mit Weinen geboren. Lat.: Clamabunt E et A quotquot nascuntur ab Eva. (Binder I, 193; II, 497; Seybold, 77.) 3 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Narr — (s. ⇨ Geck). 1. A Narr hot a schöne Welt. (Jüd. deutsch. Warschau.) Dem Dummen erscheint die Welt um so schöner, als er von manchen ihrer Uebel und Leiden nicht berührt wird. 2. A Narr hot lieb Süss. (Jüd. deutsch. Warschau.) Diese auch in… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Haus — 1. Alte Häuser haben trübe Fenster. Dän.: Gammelt huus haver dumme vinduer. (Prov. dan., 315.) 2. Alte Häuser leiden mehr als neue. Wenn diese nicht schon zusammenfallen, ehe sie fertig gebaut sind. 3. Alte Häuser streicht man an, wenn man sie… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Els Pelgrom — (Pseudonym von Else Koch) (* 2. April 1934 in Arnheim) ist eine niederländische Schriftstellerin. Els Pelgrom gehörte mit ihren Eltern gehörte zu den Arnheimer Bürgern, die im Hungerwinter 1944 aussiedeln mussten, nachdem der Versuch der… … Deutsch Wikipedia
Pelgrom — Els Pelgrom (Pseudonym von Else Koch) (* 2. April 1934 in Arnheim) ist eine niederländische Schriftstellerin. Els Pelgrom gehörte mit ihren Eltern gehörte zu den Arnheimer Bürgern, die im Hungerwinter 1944 aussiedeln mussten, nachdem der Versuch… … Deutsch Wikipedia
Leute — 1. A de richa Lüta werd ma nüd rüdig1. – Sutermeister, 143; Tobler, 371. In Appenzell: Von den reichen Leuten bekommt man nicht leere Hände. (Tobler.) 2. Albern Leut dienen nicht in die Welt. – Petri, II, 4. 3. Alberne Lüe sind ock Lüe. (Hannover … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Teufel — (s. ⇨ Teixel). 1. A mol muess ma m Teuffel uff de Wedel treta. – Birlinger, 1036. 2. All, wat de Düwel nich lesen kann (will), dat sleit he vörbi (oder: sleit he äwer). – Frommann, II, 389, 123; Eichwald, 346; Goldschmidt, 57; Kern, 1430. 3. Als… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Haar — 1. An einem Haar zieht man mich hin, wo ich gern bin. – Körte, 2504. 2. Auch ein Haar hat seinen Schatten. – Eiselein, 266; Simrock, 4151. Böhm.: I vlas má svůj stín. (Čelakovsky, 284.) Lat.: Etiam capillus unus habet umbram suam. (Eiselein,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
List of vegetarians — This is a list of notable people with articles in Wikipedia who are known to be vegetarians. AustraliaVegans*Andrew Bartlett *Peter Brock *Tom Crease *Bernard Fanning *Andrew G *Jay and the Doctor *Steve Kilbey *Fiona Nash *Peter Singer *Peter… … Wikipedia